Foto: Jeroen-Bas Menschaar (links) en Jelle Overtoom Foto: Mari Durieux/Ropax
Ze laten hem nog niet zomaar zien aan de buitenwereld. Omdat nog niet alles is uitontwikkeld, er nog een patentaanvraag loopt en het nog een paar maanden te vroeg is voor de marktintroductie. Wie dus een glimp wil opvangen van de metselrobot van Ropax moet vooraf een non disclosure agreement ondertekenen. Op straffe van een fikse boete, als hij toch iets naar buiten brengt.
Dat is lastig voor een journalist. Dus blijft de machine waarvoor de verslaggever van Cobouw naar het Gelderse Hedel afreist achter slot en grendel. Maar directeur Jeroen-Bas Menschaar van Ropax heeft vooraf verzekerd dat hij voldoende prijs zal geven en foto’s en filmpjes zal laten zien, dat de reis toch de moeite waard lijkt.
Het vertrekpunt van Menschaar met zijn zeskoppige start-up is in elk geval intrigerend. Metselrobots maken sinds een jaar of zes een enorme opmars. Maar het werkterrein van de machines is steevast een overdekte hal op een bedrijventerrein, waar ze onder volledig gecontroleerde omstandigheden hun werk leveren. Prefab.
‘Industriële leugen‘
Metselen mag je het eigenlijk niet noemen, wat ze doen. De robots plakken dunne strips op een prefab-buitenblad. Strips die vaak niet eens de naam steenstrip verdienen, omdat ze uit weinig meer bestaan dan wat zandkorrels bij elkaar gehouden met lijm. De vorige rijksbouwmeester, Floris Alkemade, deed die minerale strips al eens af als de ‘industriële leugen’.
Niet dat Menschaar en zijn mede-oprichter en compagnon Jelle Overtoom van die doorgewinterde baksteen afficionado’s zijn. Ze voeren niet een laatste slotoffensief na een langdurige carrière in de bouw, waarin ze hun geliefde baksteen steeds meer terrein zagen verliezen. Ze beschouwen zichzelf als doorsnee baksteenliefhebbers. “Zoals elke Nederlander eigenlijk. Schoon metselwerk zit immers in het DNA van de Nederlandse bouw.”
Menschaars eigen expertise, eigenlijk die van het hele Ropax -team schuilt vooral in de procesautomatisering en robotisering. Hij werkte lang voor Philips en was in een vroeg stadium betrokken bij de betonprinter voor de TU Eindhoven. Ropax beschikt ook nog over een patent op het gebied van betonprinten.
Maar commercialisering van de 3D-betonprinten duurt nog zeker vijf tot acht jaar, schat de directeur van de start-up in, omdat het een fundamenteel andere manier van bouwen vergt. “Dat duurt me te lang. In de loop van dit jaar is onze metselrobot klaar en kan hij zich op de bouwplaats gaan bewijzen. Eén robot met een getrainde operator, verricht evenveel werk als drie metselaars. En hij verdient zich in een kleine twee jaar terug.”
Nog even geheim
Dat Menschaar de robot nog even niet wil laten zien, heeft er mee te maken dat, zodra je de machine ziet, je meteen ook de slimmigheden ervan doorgrondt. Het is onmogelijk om die af te dekken of weg te poetsen.
Een aantal uitgangspunten van de robot kan hij wel uit de doeken doen. De basis vormt een robotarm met zes vrijheidsgraden of gewrichten. Die staat op een soort karretje met wielen, waarmee hij over de bouwplaats of steiger rijdt. De metselmortel wordt met een printkop op de plek gelegd, waarna de arm de stenen er stuk voor stuk in vlijt. Zo is goede hechting gegarandeerd, zonder dat een deel van de specie als een baard in de spouw terechtkomt. Doordat de printkop de mortel zo goed doseert, wordt er niks verspild en is het materiaalverbruik zeker 30 tot 50 procent lager dan bij een metselaar van vlees en bloed.
Dat heeft ook te maken met het feit dat Ropax voorlopig zonder stootvoegen metselt. De koppen van de stenen komen dus koud tegen elkaar aan te liggen. Dat is net wat eenvoudiger te realiseren, terwijl de sterkte en de bouwfysische eigenschappen van de muur er niet minder om worden. Menschaar: “Gelukkig is stootvoegloos metselen momenteel erg populair onder architecten. Ze vinden het mooi. Die andere verbanden kan de machine over een tijdje zeker ook realiseren. Maar je kunt niet alles tegelijk. First things first.”