Foto: Maurice van Loon, data-analist bij Van Wijnen
Dankzij nieuwe wetgeving en digitalisering doen nieuwe beroepen in de bouw hun intrede. De kandidaten voor deze functies zijn schaars en dat maakt hen heel gewild. Dat geldt ook voor data-analist Maurice van Loon. “Ik word heel gelukkig als ik elke dag mijn spreadsheets open en daar mooie inzichten uit haal.”
Als data-analist bij Van Wijnen kan Maurice van Loon zijn passie voor bouwen combineren met die voor data. Eindeloze kolommen en rijen met cijfers weet hij om te zetten in grafieken, tabellen of dashboards met concrete cijfermatig onderbouwde informatie waar zijn collega’s wat mee kunnen en die zijn werkgever helpen om de koers te bepalen.
Hij gebruikt daarvoor zowel interne data van Van Wijnen, afkomstig uit de bedrijfsprocessen, als marktgerichte data. Daarmee signaleert hij markttrends, maakt hij inzichtelijk hoeveel materialen er bij bouwprojecten zijn gebruikt of weet hij door allerlei gegevens te combineren kansrijke woningbouwlocaties te spotten.
Totaalbeeld
Een van de toepassingen waar hij mee bezig is, is het in kaart brengen van een totaalbeeld van de samenwerking tussen Van Wijnen en zijn onderaannemers en leveranciers. Voor die tijd was die informatie erg versnipperd. Doel is tot op projectniveau in één oogopslag duidelijk te krijgen welke hoeveelheden Van Wijnen per leverancier inkoopt, voor welk bedrag en hoe tevreden medewerkers zijn over de samenwerking met leveranciers. Daaraan wordt ook gekoppeld hoe leveranciers Van Wijnen beoordelen.
De mogelijkheden voor data-analyse zijn eindeloos, al moeten Van Loon en de andere data-analisten hun expertise wel intern promoten en andere collega’s erop attent maken wat ze kunnen betekenen voor de organisatie. “Het ontwikkelen van datageletterdheid is ook een van onze taken.” Dat doen ze onder meer via de online leeromgeving van Van Wijnen en via webinars.
Goudmijn
“Data vormen een goudmijn voor bedrijven, vooral eigen data”, constateert Van Loon. Dat goud moet alleen eerst nog wel worden gedolven, want het startpunt van de zoektocht is vaak een ongestructureerde brij aan gegevens. Ook besteedt hij veel tijd en energie in de afstemming met collega’s om er achter te komen welke informatie ze nou precies nodig hebben. “Mijn doel is om mensen wijzer te maken en niet om iets te ontwikkelen wat ze één keer per jaar gebruiken.”
Als data-analist moet je volgens Van Loon dus best communicatief zijn en feeling hebben met het bedrijf waar je werkt om de soms wat onduidelijke vragen uit de organisatie te vertalen in heldere opdrachten. Wat helpt is dat hij en zijn collega-analisten doorgaans een bouwkundige achtergrond hebben en de sector dus goed kennen. Dat in tegenstelling tot de datascientists die Van Wijnen ook in dienst heeft. Zij hebben vaak wiskunde of econometrie gestudeerd. Hun focus ligt meer op wat Van Loon omschrijft als ‘het slim maken van data’. Zij gebruiken grote hoeveelheden data bijvoorbeeld als input voor het ontwerpen van algoritmes om onderhoud beter te kunnen voorspellen.
Doorrekenen onderhoudscyclus
Zowel data-analisten als datascientists zijn zeer gewild in de markt, ziet Van Loon. Die laatste groep nog wel meer, omdat veel sectoren aan hen trekken. Hij verwacht dat hun aandeel ook in de bouw snel zal toenemen de komende jaren. Ook het aantal opleidingen, veelal gespecialiseerde trajecten als vervolg op een hbo-studie, groeit. Bij van Loon ontstond de interesse voor data-analyse ruim tien jaar geleden tijdens zijn master real estate & housing, waar bij het vak vastgoedeconomie een van de opdrachten bestond uit het doorrekenen van de onderhoudscyclus van gebouwen met behulp van Excel. “Daar is het zaadje geplant. Ik merkte dat ik er echt affiniteit mee had.”
De loopbanen van zijn toenmalige studiegenoten bouwkunde zijn divers. Terwijl sommigen kozen voor de architectuur- en ontwerpkant zijn anderen, zoals Van Loon, in de datahoek beland. “Ik ben meer van het scheppen met data, het bouwen met cijfers.”